Adaptieve leermiddelen bieden de mogelijkheid om op twee manieren gebruik te maken van gegevens over het gedrag en de prestaties van leerlingen tijdens het leren, de zogenaamde micro-adaptiviteit.

Dit gebeurt enerzijds in de directe interactie tussen de technologie en de leerling door opdrachten af ​​te stemmen op de prestaties van de leerlingen.

Anderzijds wordt dit bereikt door de gegevens van de adaptieve leertool te gebruiken om docenten te ondersteunen bij het aanpassen van hun didactisch handelen aan de behoeften van de leerlingen.

In het Adaptive Learning Lab hebben we gekeken in hoeverre er sprake is van micro-adaptiviteit in de interactie tussen leerling en technologie, het zogenaamde directe pad, en tussen docent en technologie, het indirecte pad.

Daarnaast is de relatie tussen het gebruik van een adaptief leermiddel en de leerresultaten van leerlingen onderzocht.

Het team ontdekte dat adaptieve oefeningen steeds vaker worden gebruikt en dat docenten steeds vaker gebruik maken van dashboardgegevens om hun lessen beter af te stemmen op de individuele behoeften van studenten.

We ontdekten dat de leerresultaten van leerlingen die werkten met Snappet, een digitaal wiskundeprogramma, op zijn minst vergelijkbaar waren met leerlingen die dat niet deden. Leerlingen die meer tijd besteedden aan Snappet scoorden hoger op rekenvaardigheden en in de lagere klassen scoorden deze leerlingen hoger op spelvaardigheden. Snappet leidt tot veranderingen in de leeromgeving, maar tegelijkertijd is deze ontwikkeling nog in volle gang.

Met adaptieve leermiddelen kunnen leerlingen steeds meer op hun eigen niveau oefenen. Dit draagt volgens de resultaten bij ​​aan het verbeteren van hun vaardigheden. We verwachten dan ook dat een gepersonaliseerde leeromgeving het leerproces van studenten zal verbeteren.

Meer lezen over het project? Klik dan hier.